Op 1 januari 2020 is de wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (USB) ingevoerd. De belangrijkste verandering deze wet is dat de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen niet langer door het Openbaar Ministerie maar door Minister van Rechtsbescherming tenuitvoer worden gelegd. De belangrijkste gedachte achter de wet USB is dat de Minister, en voor deze het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen[1] (AICE), beter in staat zal zijn om regie te houden op de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen. Dat moet leiden tot:
Op het moment dat de wet werd ingevoerd, was de informatie-uitwisseling in de executieketen echter nog niet in lijn met de beoogde doelsituatie. De hiermee samenhangende werkprocessen, IV-voorzieningen en koppelvlakken moesten nog stapsgewijs gerealiseerd en geïmplementeerd worden.
Begin 2020 besluiten het AICE en de Dienst Justiële Inrichtingen (DJI) om de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen te gaan digitaliseren op basis van een dienstoriëntatie en met DEMO als methodologie …